Freinettechnieken

Kringgesprek

Iedere ochtend beginnen de groepen met een kringgesprek. De kinderen hebben de gelegenheid om alles wat ze vinden, zien, ervaren, horen, krijgen en produceren in de kring in te brengen. Teksten worden voorgelezen, meegebrachte spullen getoond, de kinderen praten over allerlei onderwerpen. Er valt regelmatig iets met elkaar te vieren of te delen. Het gaat om samen doen, samen beleven. Er is wekelijks een ander kind vanaf groep 3 voorzitter en notulist.

Klassenvergadering

De groepsvergadering is de spil waar de dagelijkse organisatie om draait. Het werk wordt er in overleg georganiseerd. Plannen maken, verantwoording nemen voor het werk en zelf zorgen voor een goede werksfeer.  Ook worden er conflicten doorgenomen en nieuwe afspraken voor de goede gang van zaken gemaakt. In een freinetklas worden zelfbestuur, democratie en burgerschapskunde dagelijks in de praktijk beoefend en geleerd. Iedereen wordt serieus genomen en praat zoveel mogelijk gelijkwaardig mee.

Dag- en weekplannen en organisatie

Naast vaste elementen die dagelijks plaatsvinden wordt tijd gepland om de leerlingen te leren hun eigen werkzaamheden te organiseren. Daartoe wordt gebruik gemaakt van dag- en weekplannen.

De leerlingen leren tijd te overzien, keuzes te maken en zich verantwoordelijk voelen voor het uitvoeren van gepland werk. Hiermee wordt in groep 1/2 begonnen met zogenaamde dagritmekaarten. Stap voor stap groeien ze via een dagplan door naar een weekwerkplan, waarbij ook de werktijd gepland en geregistreerd wordt.

Vrije tekst

De vrije tekst is een door de leerling opgeschreven gedachte of gebeurtenis. Met deze techniek hebben kinderen de mogelijkheid ervaringen en fantasieën in de groep te brengen. Vertellen en schrijven over wat je meemaakt, voelt, droomt, fantaseert en denkt, is een onderdeel van de taalontwikkeling. 

De gemaakte teksten zijn de basis zijn voor het dagelijks onderwijs zoals bijvoorbeeld wereldverkenning, spellingsonderwijs of techniek.

 

Natuurlijk lezen/schrijven

In de kleutergroepen ontdekken leerlingen dat belevenissen ook in lettertekens weergegeven kunnen worden. Elke leerling heeft daarom een teken/vertelschrift. Zij vragen de leerkracht hun belevenis bij een tekening te schrijven en mogen dit later in de groep ‘voorlezen’.

In groep 3 wordt het lezen/schrijven gestimuleerd, door de kinderen elke dag taal/leesactiviteiten te laten doen b.v. stempelen, woorden leggen op een letterdoos, teksten typen op de computer, met letterstempeldozen en werkbladen. Het gaat steeds om woorden en zinnen van de leerlingen zelf, om taal die aansluit bij hun activiteiten. Door de groep gekozen globaal woorden/teksten hangen ter ondersteuning aan de muur. 

Levend rekenen

Bij levend rekenen worden voorbeelden en situaties uit het dagelijks leven gebruikt. Deze dagelijkse zaken worden in de groep besproken en ingezet in gezamenlijke rekenvraagstukken. Bij het zoeken naar oplossingen staat het zelf ontdekkend leren centraal. Daarbij worden leermiddelen aangeboden, zoals weegschalen, meetlatten, blokjes en andere experimenteermaterialen.

Vrij onderzoek

Alles wat de kinderen tegenkomen in hun alledaagse leven kan een onderwerp van werken in de school vormen. Via de verhalen in de groep kan dit leiden tot het doen van gericht onderzoek en ontdekkingen. Dat mondt uit in een studie met een verslag of een werkstuk.

De school beschikt over een documentatiecentrum en steeds vaker wordt het internet met zoekmachines gebruikt om informatie te vinden. Kinderen gaan ook ­buiten de school op onderzoek: een excursie, studie van de eigen (natuurlijke) omgeving of een interview.

Resultaten van projecten worden in de groeps­vergaderingen bijvoorbeeld via spreekbeurten aan elkaar gepresenteerd.

Creatieve werk

Uitgaande van hun interesse en mogelijkheden kunnen de leerlingen door middel van creatief werk uiting geven aan hun gedachten en gevoelens. Kinderen leren op een natuurlijke manier de technieken van verschillende expressievormen te hanteren. 

Nieuwe technieken en vaardigheden worden daarnaast aangeboden om de leerlingen steeds meer mogelijkheden te laten ervaren.

Correspondentie

Corresponderen is een van de manieren om te ervaren hoe zinvol en plezierig schrijven kan zijn. Daarom corresponderen groepen op de Freinetschool Delft met andere groepen binnen de school, in het land of soms zelfs in het buitenland.

Drukken en vermenigvuldigen

Om tekeningen en teksten te kunnen verspreiden en uitwisselen moet het vermenigvuldigd worden. Daar zijn vele technieken voor. De drukpers, de limograaf, het fotokopieerapparaat of de printer. Met bijv. linosnede, zeefdruk, kartondruk en dergelijke kunnen de illustraties bij de tekst afgedrukt worden. Door deze technieken zelf te gebruiken leren de leerlingen dat kranten, websites en boeken communicatiemiddelen zijn met ideeën die van andere mensen komen en dat deze bekritiseerbaar zijn.

 

Logboek in de onderbouw

Dit is een boek, waarin de leerlingen bij toerbeurt gebeurtenissen in de klas, die van belang zijn, weergeven. Zij doen dit door iets in het boek te tekenen en te schrijven of te plakken.

Door het logboek ervaren kinderen één van de functies van schrijven; het vastleggen van dingen die je meemaakt, zodat je het later terug kunt lezen. Het logboek geeft ook structuur in de tijd.

Klassenkrant of klassendagboek in de bovenbouw

Via de klassenkrant worden anderen geïnformeerd over wat er in de klas gebeurt. Dat zijn ouders en belangstellenden, maar natuurlijk ook de andere groepen. In de klassenkrant staan verhalen, ­gedichten, rekenontdekkingen, verslagen en ­tekeningen die in de klas centraal hebben gestaan en door de leerlingen zijn geschreven.

Klassendiensten

Bij klassendiensten wordt een groot aantal dagelijkse activiteiten, die nodig zijn om goed te kunnen werken ( bijv.: de kast opruimen, de vloer vegen, planten water geven), verdeeld en uitgevoerd. Hierbij dragen de leerlingen zelf de verantwoording.